Sfinks Mixed 2011 - zaterdag
Ondanks het grijze firmament deed Sfinks Mixed ook op hun 36ste editie drie dagen dapper dienst als het mekka van de wereldmuziek. Gelukkig kunnen Sfinks en zijn trouwe bezoekers weergewijs tegen een stootje en en hoewel de zonnepanelen van de Greenpeace-stand weinig energie zullen opgeleverd hebben, bruisten de meer dan duizend vrijwilligers wél van energie en tonnen enthousiasme om een van onze favoriete festivals op poten te zetten. Dit jaar pikken we in op de tweede festivaldag, waarmee we het Balkanfeestje van vrijdag aan onze neus lieten voorbij gaan. Vijf jaar op rij staat op vrijdag de Oost-Europese feestmuziek in de spotlight en hoewel we daar allerminst iets op tegen hebben krijgen we toch wat heimwee naar het Festa do Brasil van weleer. De resterende twee festivaldagen herbergde het Boechoutse Molenveld een hele waaier aan muziek, dans, film en circus acts uit alle uithoeken van onze planeet en net zoals vorig jaar concentreerden wij ons met veel plezier op het muzikale luik.De Zimbabwaanse Rina Mushonga (die het afgehaakte Maguaré verving) lokte de vroege vogels onder de festivalgangers naar de concerttent. Dat ze véél naar Tracy Chapman geluisterd had, was meteen duidelijk. Niet direct tropicalidad.be materiaal, maar wel een klok van een stem. In de Clubtent vonden we wél onze gading met de onversneden Toeareg blues van Awza. Met het repetitief getokkel, bezeten handgeklap en sierlijke dans (met lichtelijk acrobatische trekjes) waanden we ons eventjes op het Festival au Desert in Timbuktu. De breekbare muziek van de Koerdische Ayfer Düzdas kon ons niet direct bekoren, al had een dergelijk concert in de Clubtent denkelijk beter tot zijn recht gekomen.
Met zijn debuut Burn slaat Lëk Sèn mét succes de brug tussen de Senegalese muziektradities en pakweg reggae. Hooggespannen verwachtingen dus, die deze jonge snaak niet direct kon inlossen. Zijn hiphop verleden stak de kop op en Lëk Sèn zette met een geforceerde stem een dancehall act à la Sizzla neer. Jammer, want zijn meer doordachte reggae nummers smaakten naar meer. Ook bij Rubén Blades waren de verwachtingen navenant zijn reputatie. De jonge Fania-snaak uit Panama telt ondertussen 63 lentes en heeft onder de naam Seis Del Son een top-notch backing band bijeen gesprokkeld. Topmuzikanten, een bruisende set Nuyorican salsa en technisch niets op aan te merken — alleen misten we dat tikkeltje extra vuur en had hij de twee twee gigantische autocues aan zijn voeten mogen thuis laten.
Tijd voor de headliner van de avond. Alpha Blondy's recentste studiowerk Vision mag dan niet direct een schot in de roos zijn, live heeft deze Ivoriaan ons nog nooit ontgoocheld. Het werd dus ook op Sfinks weer duimen en vingers aflikken bij die heerlijke Afrikaanse reggae groove. De rake klappen aan het adres van de autoriteiten van zijn thuisland en daarbuiten werden op applaus onthaald en klassiekers als Cocody Rock, Peace in Liberia en (zoals te verwachten) de afsluiter Brigadier Sabari werden luidkeels meegezongen. Alvorens de DJ's de concerttent innamen mocht het Colombiaans collectief Systema Solar (niet te verwarren met Alpha Blondy's backing band The Solar System) zijn ding doen. De in uiterst kleurrijke pakjes gehulde DJ's, MC's en percussionist kwamen behoorlijk explosief uit de hoek. Bij momenten dreigde het geheel te verzuipen in alles overheersende beats, maar hun cumbia samples (en ook een verdwaalde soukous groove) waren te appetijtelijk om af te haken. Hun neuvo-cumbia kon de concerttent in no-time verhitten en zette (althans voor ons) een punt achter de eerste Sfinks dag.