Interview met Asham Band @ Aroma

Asham meets ColliemanCouleur CaféDit weekend staat Collieman op het Move podium van Couleur Café (30 juni, Brussel). Meestal heeft men het op dergelijke evenementen dan niet over de band achter de artiest in kwestie, iets waar wij graag ver­andering in willen brengen, zeker als het over Asham Band gaat. Een gesprek met Asham-drummer en -ruggengraat Wim 'Radics' Verbruggen.

Radics, samen met bassist aLion (Alain Meloen, red.) ben je de bezieler van Asham Band. Hoe is jouw passie voor het reggaegenre ooit begonnen?
Wim 'Radics' Verbruggen (drums): "In mijn vroege tienerjaren heb ik mijn zus de LP Kaya van Bob Marley & The Wailers cadeau gedaan, maar eigenlijk heb ik die plaat meer zelf gespeeld dan zij ze ooit heeft opgezet. Ik luisterde in die periode veel naar de vrije radio en via Radio Centraal en wie weet zelfs het programma van Professor Cat, ben ik zo ook in aanraking gekomen met het reggaegenre. Daarnaast was ik die periode ook geobsedeerd door Afrikaanse ritmes, vooral uit Congo; dingen als rumba en soukous daar was ik gewoon gek van. Ik heb eigenlijk mijn hele muzikale carrière al heen en weer geswitcht tussen die twee genres. Ik zat in die tijd ook nog in de jeugdbeweging en ’s zomers zijn we een tweetal keer op bivak geweest in de Belse bossen, vlakbij de originele locatie van het Reggae Geel festival. Die eerste kennismaking met dat festival en de vibe die daar heerste was ongetwijfeld een scharnierpunt in mijn leven. Ik wilde die muziek vooral ook zelf spelen en dus was kwestie van een aantal gelijkgestemde muzikanten vinden. Eerst heb ik een vijftal jaar bij de King Flashman-band gespeeld, maar pas echt serieus werd het met Calabash. Met die band heb ik zowat tien jaar gespeeld en we hebben samen een aantal zeer leuke dingen beleefd - ik herinner me bijvoorbeeld de Belgian Showcase op het Reggae Geel festival (2003, red.), waar we een kleine drie uur lang een tiental Belgische artiesten mochten begeleiden - maar op een bepaald ogenblik was het verhaal voor mij gewoon op. Daarna heb ik me een hele poos gewoon niet meer beziggehouden met reggae en heb ik me terug op mijn passie voor de Congolese muziek gestort; tot ik per toeval Yosa Verheyen (tegenwoordig geluidstechnicus bij Asham, red.) tegen het lijf liep. Hij was toentertijd actief als zanger bij de Roots Train Rockers en zocht nog een drummer. Enkele dagen later stond ik al met hen op het podium van het Sfinks festival (2007, red). Ik was opnieuw gebeten door het reggaevirus en het hele opnameproces met Rohan Lee in dat zelfde jaar heeft dat gevoel alleen nog maar versterkt. Het is ook tijdens die sessies dat ik voor het eerst met bassist aLion heb samengewerkt. We kenden elkaar al uit de scene, hij kwam vaak naar concerten van Calabash kijken en ik had hem al regelmatig beziggezien bij Deep Kulcha. We hadden het al vaker over een mogelijke samenwerking gehad maar op de een of andere reden kwam het er nooit echt van. Tijdens het opnameproces van het album van Rohan Lee (Crush The Rock, Majestic, 2012, red.) hebben we echter een aantal dagen intensief met elkaar samengewerkt en dat voelde gewoon juist en we hebben dan ook al snel besloten om een aantal gelijkgestemde muzikanten (Wim Appels, keyboard - Eddy Vanhie, gitaar, Kris Van Hees, trompet - Mathijs Duyck, saxofoon - Jort Verdick, saxofoon en Daan Morris, trombone, red.) rond ons te verzamelen en onze eigen band op te richten."

Hoe ben jij als muzikant eigenlijk achter de drums beland en wie waren daarin je grote inspiratiebronnen?
Radics: "Mijn eerste muzieklessen dateren al uit mijn lagere schooltijd, want wij kregen toen al wat notenleer en blokfluitlessen. In mijn jeugd heb ik dan nog een jaartje trompet gespeeld, maar eigenlijk vanaf de allereerste keer dat ik plaatsnam achter een drumstel klikte het meteen al moet ik daar eerlijkheidshalve aan toevoegen dat ik toch nog even getwijfeld heb of ik geen basgitaar zou gaan spelen. Ik heb dan uiteindelijk toch beslist om een drumstel te kopen. Mijn ouders zagen dat in eerste instantie niet echt zitten, maar ik heb hen kunnen overhalen om mij het hok in de tuin te laten gebruiken. Ik heb werkelijk uren en uren in dat hok doorgebracht; in het begin probeerde ik gewoon op mijn eentje met zoveel mogelijk stijlen mee te spelen. Wat drummen betreft ben ik zo goed als een autodidact. Ik heb ooit een vijftal drumlessen gekregen, maar daarna heb ik die man vriendelijk bedankt want wat ik wilde leren leerde hij me niet. Nu begrijp ik wel dat ik toen eerst een aantal andere dingen moest aanleren, maar je bent jong en dan gaan de dingen soms niet zo snel als je wel zou willen. Ik ben in die periode dan maar naar zoveel mogelijk concerten gegaan en dat waren voor mij ware praktijklessen, want van elke drummer stak ik wel iets op. Als ik tijdens een concert ook maar één nieuw dingetje kon opsteken was voor mij de avond geslaagd. De lijst van drummers die mij geïnspireerd hebben is lang en gevarieerd; in de reggae moet ik zeker Carlton Barret, Sly Dunbar en Carlton 'Santa' Davis en Leroy 'Horsemouth' Wallace noemen en daarbuiten Congolese drummers als Titina Alcapone (Koffi Olomide, red.), Papy Kakol (Werra Son, red.) en Bimi Ombale (Zaika Langa Langa, red.)."

Met Asham hebben jullie vanaf het begin besloten te fungeren als backing band. Waarom die keuze?
Radics: "Zowel aLion als ikzelf hadden al met een heel aantal verschillende artiesten samengewerkt voor we met Asham begonnen en wij vonden die steeds andere invalshoeken waarmee je dan te maken krijgt wel verrijkend werken en dat zowel op muzikaal als op persoonlijk vlak. Soms vergt dat wel enig inlevingsvermogen of een tandje bijsteken en dan is het niet altijd even aangenaam, maar je leert er altijd uit bij. Muziek maken is samenwerken; een zanger kan een ongelooflijk muzikaal genie zijn, zonder de juiste muzikanten rond zich staat hij nergens en omgekeerd is dat even goed waar. Zeggen dat je als backing band met zoveel mogelijk artiesten wil samenwerking is natuurlijk één ding, maar in een kleine regio als Vlaanderen is het aanbod nu niet meteen overweldigend te noemen. Bovendien hebben aLion en ik na zoveel jaar in het circuit de lat voor onszelf ook wat hoger gelegd; we ween wat we willen en ook wat we niet willen en dat wil zeggen dat we bepaalde samenwerkingen dan ook naast ons neerleggen."

Loop je als backingband nooit het risico een beetje op automatische piloot te gaan spelen?
Radics: "Dat risico bestaat zeker, maar met Asham proberen we toch op te letten om niet in dat straatje te verzeilen. Het is bij ons zeker niet zo dat als de een of andere bekende artiest morgen met een aanbod belt we meteen zullen toehappen; alleen als we overtuigd zijn dat we die uitdaging aankunnen, zullen we op dat aanbod ingaan. Kwaliteit brengen vergt nu eenmaal een degelijk voorbereiding en daar schort het bij veel backing bands nogal eens aan. Tenslotte is er natuurlijk nog de muzikale kant van het verhaal; zo zullen onze oogjes veel meer gaan fonkelen als we de een of andere oude Studio 1 act mogen begeleiden dan bij de laatste nieuwe dancehall revelatie. Da’s gewoon een kwestie van smaak natuurlijk. Kort samengevat mag iedereen ons dus bellen, maar we zullen niet in elk verhaal meestappen. Als ik ergens inkom betaal wil ik die avond ook waar voor mijn geld en dat zelfde principe proberen we ook toe te passen op wat we met Asham doen."

Van alle artiesten waarmee jullie al op het podium gestaan hebben lijkt de band met Collieman toch wel het hechtst of vergis ik mij?
Radics: "Naar de buitenwereld toe zal dat absoluut wel zo lijken, ja, al was het maar door het simpele feit dat we samen dat album (The Same Blood, Majestic, 2012, red.) hebben opgenomen en we ook samen instaan voor de promotie daarvan. Onze band is hechter geworden omdat we de nummers voor het album van Collieman van nul samen hebben opgebouwd. Dat betekent veel repeteren en herwerken en op den duur zie je elkaar zo vaak dat de band die je met elkaar hebt spontaan anders wordt. Maar onze band met Johnny Den Artiest is bijvoorbeeld vergelijkbaar, dus zo uniek is het voor ons toch ook weer niet."

Op jullie website wordt Asham omschreven als: "the original sweet Jamaican poor people powder snack", maar voor veel mensen zal die omschrijving waarschijnlijk nog niet veel zeggen. Wat is Asham precies?
Radics: "Om eerlijk te zijn, wij wisten het in het begin zelf ook niet. Als beginnende band moet je altijd op zoek naar een passende naam en wij wilden toch een naam met een zekere betekenis. Tijdens het brainstormen kwam al naar voren dat we een naam wilden die ergens naar een fijn gevoel of iets lekkers verwees en na wat speurwerk zijn we zo op Asham gestoten. Asham is de naam die in Jamaica aan een snack op basis van maispoeder gegeven wordt (Asham of Brown George is een Jamaicaans dessert op basis van mais. En wordt gemaakt door maiskorrels van hun schil te ontdoen, ze daarna te roosteren en tenslotte fijn te malen en zeven tot er een poeder met een zandachtige consistentie overblijft. Vaak wordt daarna nog zout of suiker toegevoegd. Het mengsel wordt zowel droog als gemengd met water gegeten, red.). Het was vroeger zeer populair bij de arme ghetto youths die zich weinig ander snoepgoed konden veroorloven. Als je Asham ziet spelen is het dus de bedoeling dat je ons even lekker vind als je favoriete snoepje! (lacht)"

reacties


Reactie
Je kan gebruik maken van Emoticons en Textile-opmaak.
Naam E-mail (wordt niet gepubliceerd) Website (optioneel)
spamquiz: Wat zijn de eerste twee letters van tropicalidad.be?