Interview met Toto La Momposina @ Sfinks Mixed
Toto La Momposina, icoon van de Colombiaanse folklore en van die van de Caraïbische regio van het land in het bijzonder, staat op 15 februari nog eens op een Belgisch podium — op dat van de Molière in Brussel om precies te zijn. Wij spraken haar enkele jaren geleden op het Sfinks Mixed festival, een interview dat al die tijd in de kast bleef liggen...Toto, je werd geboren als Sonia Bazanta Vides, maar je artiestennaam verwijst naar Mompox, een eiland in het Bolivar Departement in Colombia.
Toto La Momposina: "Juist, ik ben geboren in Talaigua, een dorp gelegen op Mompox (ook bekend als Isla Margarita, red.), het grootste riviereiland van Colombia, in de Rio Magdalena dat meer dan veertig dorpen telt. Het gebied is cultureel zeer belangrijk omdat het de landingsplaats van de Spaanse conquistadores was die later ook Afrikaanse slaven in Colombia introduceerden."
Je hebt zelf Indiaans en Afrikaans bloed. Hoe zijn die twee bevolkingsgroepen in Colombia met elkaar in contact gekomen?
Toto La Momposina: "Oorspronkelijk werd het gebied aan de Stille Oceaan van wat nu Colombia is bewoond door de Cariben. Zij werden verslagen door de Spanjaarden die hen als slaven gingen inzetten. Toen de conquistadores begonnen te merken dat de indianen het zware slavenwerk niet aankonden besloten ze om Afrikaanse slaven te introduceren in het gebied. Na een tijdje begonnen die twee slavengemeenschappen met elkaar te versmelten. De mix van die twee culturen wordt mooi gereflecteerd in het instrumentarium dat wij nog steeds gebruiken, enerzijds de percussie instrumenten die we erfden van onze Afrikaanse voorouders en anderzijds de gaita of kuisi fluiten (fluiten gemaakt van een uitgeholde cactusstengel, red.) die typisch Indiaans zijn. Geleidelijk ontstonden er ook vrije zwarte gemeenschappen, palenques genaamd, gesticht door cimarrones (marrons, red.), gevluchte slaven, of libertos, bevrijde slaven."
Heeft de muziek die jullie spelen louter een folkloristisch feestelijk karakter of hebben die nummers ook een narratieve functie?
Toto La Momposina: "Het soort muziek dat wij spelen wordt tegenwoordig nog vooral als feestmuziek beschouwd, ja, maar we zingen wel degelijk over de geschiedenis van ons volk. Mijn rol als 'cantadora' (zangeressen die de traditionele muziek en cultuur levend houden in verhalende songteksten die vergelijkbaar zijn met die van Afrikaanse griots, red.) is net om onze orale geschiedenis, mythes en gebruiken door te geven van generatie op generatie."
De leden van Choc Quib Town, een jonge band uit Choco, een Colombiaanse regio aan de Stille Oceaan, die elementen uit de traditionele muziek mixen met hip-hop, vertelden me dat ze dit deden omdat ze vonden dat de traditionele muziek langzaam in de vergeethoek dreigde terecht te komen in Colombia.
Toto La Momposina: "Je zult onze muziek inderdaad weinig op de radio horen, maar het soort muziek dat wij spelen wordt dan ook totaal niet gepromoot. Colombia telt ruim 360 etnieën die een zestigtal verschillende talen spreken en sommigen bewaken hun erfgoed beter dan anderen. Persoonlijk ben ik niet onmiddellijk bevreesd dat de traditie van de tambores, die wij vertegenwoordigen, snel zal verdwijnen. Wat die jongeren betreft die traditionele muziek mixen met genres als pop, rock en hip-hop, ik ben daar zeker niet tegen en de tijd zal wel uitwijzen of hun muziek zal overleven. Als je de traditionele muziek van Colombia — torbellino, bambuco, rajaleña, currulao — echt wil leren kennen moet je in kleine dorpjes zijn, want daar kennen de mensen hun culturele erfgoed nog. In die dorpjes kan je ook nog de 'cantadoras de alabaos' ('lofzangers', red.) aantreffen die zingen tijdens begrafenissen en andere ceremonies en met hun gezangen het dorp samenbrengen en de tradities van de Afro-Colombiaanse gemeenschap in ere houden. Iemand die zeer belangrijk werk heeft geleverd wat betreft het promoten en bestuderen van de traditionele muziek van Colombia was Delia Zapata Olivella (1926-2001, danseres, folkloriste, professor en promotor van de dansen van de Caraïbische regio van Colombia, red.). Ze bestudeerde de muziek en dansen niet alleen, maar als lid van Los Gaiteros de San Jacinto (Traditioneel Colombiaans folkloregezelschap opgericht in de Caraïbische regio van Colombia in 1940 gericht op het promoten van Colombia’s inheemse, Spaanse en Afro-Colombiaanse erfgoed, red.) reisde ze al in de jaren zestig van de vorige eeuw de wereld rond! Teofilo Potes (1917-1975, bijgenaamd 'de meester van de folklore', bezat Teofilo Pots een uitgebreide kennis van de folkloristische tradities van Colombia en die van de Caraïbische regio in het bijzonder; kennis die hij verspreidde in geschriften en lezingen, maar ook door het oprichten van verschillende dansensembles, red.) en Mercedes Montaño, bijgenaamd 'de koningin van de currulao' (1912-1999, beschouwd als de moeder van de Colombiaanse folklore en in het bijzonder die van de Caraïbische regio, stopte Mercedes al haar tijd en energie in de conservering van de folkloristische tradities van haar land. Samen met Teofilo Pots richtte ze de Grupo de Danzas del Litoral Pacifico op, red.), deden gelijkaardig werk."
Als grootmoeder moet het hartverwarmend zijn om te kunnen rondreizen en optreden met je eigen kinderen en kleinkinderen.
Toto La Momposina: "Dat heb ik eigenlijk te danken aan mijn moeder die de meesten van mijn kinderen die dansen heeft aangeleerd. Ik probeer nu hetzelfde te doen voor mijn kleinkinderen. Vroeger woonde ik samen met mijn twee zussen en vormden we één grote familie. Ieder weekend organiseerde mijn moeder een groot feest waarbij ze de kinderen de traditionele muziek en dansen aanleerde. Als ik mijn kinderen en kleinkinderen nu bezig zie op het podium, kan ik alleen maar trots zijn en ik ben er van overtuigd dat mijn moeder, die nu in de negentig is, er net zo over denkt. Zij heeft me altijd ingeprent te blijven doen waar ik mee bezig was omdat het mijn lotsbestemming was en ik geloof dat zolang we proberen om dat gevoel over te dragen naar een volgende generatie onze tradities nooit zullen verdwijnen. Roem is bijzaak, wat belangrijk is, is dat we onze tradities niet verliezen, want daarmee zou ook een groot deel van onze identiteit verloren gaan!"
Toto La Momposina: "Juist, ik ben geboren in Talaigua, een dorp gelegen op Mompox (ook bekend als Isla Margarita, red.), het grootste riviereiland van Colombia, in de Rio Magdalena dat meer dan veertig dorpen telt. Het gebied is cultureel zeer belangrijk omdat het de landingsplaats van de Spaanse conquistadores was die later ook Afrikaanse slaven in Colombia introduceerden."
Je hebt zelf Indiaans en Afrikaans bloed. Hoe zijn die twee bevolkingsgroepen in Colombia met elkaar in contact gekomen?
Toto La Momposina: "Oorspronkelijk werd het gebied aan de Stille Oceaan van wat nu Colombia is bewoond door de Cariben. Zij werden verslagen door de Spanjaarden die hen als slaven gingen inzetten. Toen de conquistadores begonnen te merken dat de indianen het zware slavenwerk niet aankonden besloten ze om Afrikaanse slaven te introduceren in het gebied. Na een tijdje begonnen die twee slavengemeenschappen met elkaar te versmelten. De mix van die twee culturen wordt mooi gereflecteerd in het instrumentarium dat wij nog steeds gebruiken, enerzijds de percussie instrumenten die we erfden van onze Afrikaanse voorouders en anderzijds de gaita of kuisi fluiten (fluiten gemaakt van een uitgeholde cactusstengel, red.) die typisch Indiaans zijn. Geleidelijk ontstonden er ook vrije zwarte gemeenschappen, palenques genaamd, gesticht door cimarrones (marrons, red.), gevluchte slaven, of libertos, bevrijde slaven."
Heeft de muziek die jullie spelen louter een folkloristisch feestelijk karakter of hebben die nummers ook een narratieve functie?
Toto La Momposina: "Het soort muziek dat wij spelen wordt tegenwoordig nog vooral als feestmuziek beschouwd, ja, maar we zingen wel degelijk over de geschiedenis van ons volk. Mijn rol als 'cantadora' (zangeressen die de traditionele muziek en cultuur levend houden in verhalende songteksten die vergelijkbaar zijn met die van Afrikaanse griots, red.) is net om onze orale geschiedenis, mythes en gebruiken door te geven van generatie op generatie."
De leden van Choc Quib Town, een jonge band uit Choco, een Colombiaanse regio aan de Stille Oceaan, die elementen uit de traditionele muziek mixen met hip-hop, vertelden me dat ze dit deden omdat ze vonden dat de traditionele muziek langzaam in de vergeethoek dreigde terecht te komen in Colombia.
Toto La Momposina: "Je zult onze muziek inderdaad weinig op de radio horen, maar het soort muziek dat wij spelen wordt dan ook totaal niet gepromoot. Colombia telt ruim 360 etnieën die een zestigtal verschillende talen spreken en sommigen bewaken hun erfgoed beter dan anderen. Persoonlijk ben ik niet onmiddellijk bevreesd dat de traditie van de tambores, die wij vertegenwoordigen, snel zal verdwijnen. Wat die jongeren betreft die traditionele muziek mixen met genres als pop, rock en hip-hop, ik ben daar zeker niet tegen en de tijd zal wel uitwijzen of hun muziek zal overleven. Als je de traditionele muziek van Colombia — torbellino, bambuco, rajaleña, currulao — echt wil leren kennen moet je in kleine dorpjes zijn, want daar kennen de mensen hun culturele erfgoed nog. In die dorpjes kan je ook nog de 'cantadoras de alabaos' ('lofzangers', red.) aantreffen die zingen tijdens begrafenissen en andere ceremonies en met hun gezangen het dorp samenbrengen en de tradities van de Afro-Colombiaanse gemeenschap in ere houden. Iemand die zeer belangrijk werk heeft geleverd wat betreft het promoten en bestuderen van de traditionele muziek van Colombia was Delia Zapata Olivella (1926-2001, danseres, folkloriste, professor en promotor van de dansen van de Caraïbische regio van Colombia, red.). Ze bestudeerde de muziek en dansen niet alleen, maar als lid van Los Gaiteros de San Jacinto (Traditioneel Colombiaans folkloregezelschap opgericht in de Caraïbische regio van Colombia in 1940 gericht op het promoten van Colombia’s inheemse, Spaanse en Afro-Colombiaanse erfgoed, red.) reisde ze al in de jaren zestig van de vorige eeuw de wereld rond! Teofilo Potes (1917-1975, bijgenaamd 'de meester van de folklore', bezat Teofilo Pots een uitgebreide kennis van de folkloristische tradities van Colombia en die van de Caraïbische regio in het bijzonder; kennis die hij verspreidde in geschriften en lezingen, maar ook door het oprichten van verschillende dansensembles, red.) en Mercedes Montaño, bijgenaamd 'de koningin van de currulao' (1912-1999, beschouwd als de moeder van de Colombiaanse folklore en in het bijzonder die van de Caraïbische regio, stopte Mercedes al haar tijd en energie in de conservering van de folkloristische tradities van haar land. Samen met Teofilo Pots richtte ze de Grupo de Danzas del Litoral Pacifico op, red.), deden gelijkaardig werk."
Als grootmoeder moet het hartverwarmend zijn om te kunnen rondreizen en optreden met je eigen kinderen en kleinkinderen.
Toto La Momposina: "Dat heb ik eigenlijk te danken aan mijn moeder die de meesten van mijn kinderen die dansen heeft aangeleerd. Ik probeer nu hetzelfde te doen voor mijn kleinkinderen. Vroeger woonde ik samen met mijn twee zussen en vormden we één grote familie. Ieder weekend organiseerde mijn moeder een groot feest waarbij ze de kinderen de traditionele muziek en dansen aanleerde. Als ik mijn kinderen en kleinkinderen nu bezig zie op het podium, kan ik alleen maar trots zijn en ik ben er van overtuigd dat mijn moeder, die nu in de negentig is, er net zo over denkt. Zij heeft me altijd ingeprent te blijven doen waar ik mee bezig was omdat het mijn lotsbestemming was en ik geloof dat zolang we proberen om dat gevoel over te dragen naar een volgende generatie onze tradities nooit zullen verdwijnen. Roem is bijzaak, wat belangrijk is, is dat we onze tradities niet verliezen, want daarmee zou ook een groot deel van onze identiteit verloren gaan!"
Met dank aan Paola Marquez (Maguaré) voor de vertaling.