Interview met Femi Kuti in Flagey
Als oudste zoon van afrobeat legende Fela Kuti, torst Femi Kuti een zware erfenis met zich mee. Toch koos Femi er vanaf het begin voor om niet zomaar een kopie van zijn vader te zijn, maar met het nodige respect voor diens erfenis resoluut zijn eigen muzikale koers te varen. Naar aanleiding van de release van Day By Day — zijn eerste albumrelease in zowat vijf jaar — konden we hem voor zijn concert in de Brusselse Flagey strikken voor een kort gesprek.Femi, het heeft een poos geduurd eer je ons nog eens met een nieuw album verraste. Waarom duurde het precies zo lang vooraleer Day By Day het licht zag?
Femi Kuti: "Daar waren eigenlijk verschillende redenen voor. Ik heb tijd uitgetrokken om piano en trompet te leren spelen en ik wou absoluut ook wat tijd met mijn zoon doorbrengen. Daarnaast heb ik dan ook nog wat problemen met mijn vorige platenfirma gehad en dus moest ik op zoek naar een nieuwe om dit album te produceren. Tenslotte wilde ik ook vaker in Lagos zijn, zowel om politieke redenen als om The Shrine uit te baten."
Op het album staan twee tracks, Day By Day en Ask Yourself, met een boel religieuze verwijzingen. Ben je je bewuster gaan bezig houden met het spirituele?
Femi Kuti: "Niet echt, nee. Ik ben altijd al een spiritueel persoon geweest. Religieus wil ik het liever niet noemen, want voor mij staat religie gelijk met gehoorzaam en volgzaam zijn, terwijl spiritualiteit veeleer betekent in direct contact staan met de dingen waarin je gelooft. Met die nummers probeer ik gewoon vragen op te roepen, want als mensen zich vragen beginnen stellen kunnen de antwoorden soms verrassend zijn. Maar algemeen gezien denk ik niet dat Day By Day spiritueler is dan mijn vorig werk."
Je vorige album was een live-concert opgenomen in The Shrine (Fela Kuti richtte zijn eigen nachtclub op in Empire Hotel, eerst onder de naam Afro-Spot en later herdoopt tot Afrika Shrine. Nadat The Shrine en zijn commune vernietigd werden nam Fela zijn intrek in het Crossroads Hotel. Meer dan een miljoen wensen woonden Fela's begrafenis op de oude site van The Shrine bij. Ondertussen opened Fela's zoon Femi ter nagedachtenis aan zijn vader een nieuwe Africa Shrine in een ander deel van Lagos, red.). Voor iedereen die ook maar iets van afrobeat afweet is dat een bijna legendarische locatie, maar kan je voor diegenen die er toch nog niet van gehoord hebben eens even schetsen waar het in The Shrine allemaal om draait?
Femi Kuti: "The Shrine werd gebouwd ter nagedachtenis aan mijn vader (Fela Anikulapo Kuti, red.), die tijdens zijn leven nooit een eigen club heeft gehad. Mijn zus en ik vonden het een goed idee om zo zijn naam en muzikale erfenis levend te houden. De muren van de club hangen vol portretten van grote pan-Afrikaanse leiders als Malcolm X, Kwame Nkruma, Marcus Garvey, Thomas Sankara enzovoort. Vandaar ook de naam The Shrine (het heiligdom, red.).
Als zoon van de grondlegger en koning van de afrobeat, Fela Kuti, wordt je constant met hem vergeleken. Hoe ga je daarmee om?
Femi Kuti: "Ik snap dat soort opmerkingen of vragen niet goed. Ik hou enorm van mijn vader en ik zou hem nooit kunnen verloochenen. Natuurlijk hadden we meningsverschillen af en toe, maar ik heb hem altijd in mijn hart gedragen. Mijn zoon zal waarschijnlijk vroeg of laat met gelijkaardige vragen geconfronteerd worden. Het enige wat je daartegen kan doen is zorgen dat je uitblinkt in wat je doet. Toen mijn vader nog leefde heeft hij me meermals gezegd dat hij een deel was van waarmee ik bezig was en dat volstond voor mij. Mensen vergelijken nu eenmaal graag, daar is niks mis mee en vaak stoort het me zelfs niet eens meer."
Je speelt al afrobeat sinds je vijftiende, toen je in je vaders band begon te spelen. Heb je nooit overwogen om je eens aan een ander genre te wagen?
Femi Kuti: "Ik heb een tijdje jazz gespeeld. Ik maakte deel uit van een kwartet, maar al vrij snel begon men ons te vragen ook wat afrobeat te spelen. Het was gewoon goedkoper om ons als kwartet in te huren dan om mij met mijn hele band te boeken en algauw kwam ik met mijn afrobeat band nog nauwelijks aan de bak. Ik heb dan uit pure noodzaak maar de brui gegeven aan dat jazzkwartet en terug al mijn energie in mijn band gestoken. Voor de rest heb ik eigenlijk nooit echt bij een stijlwissel stilgestaan. Ik wist altijd al dat het een moeilijke weg ging worden en ik maak me geen illusies dat het nog gemakkelijker gaat worden."
De muziekindustrie beleeft nu al enkele jaren een recessie, vooral door de enorme daling van de verkoop van cd's. Afrobeat bands zijn berucht om hun omvang, maakt het dat niet extra lastig om nog te toeren?
Femi Kuti: "Het is zeker niet gemakkelijker geworden. Vliegen is een pak duurder geworden; Als je de situatie vandaag vergelijkt met die van pakweg tien jaar geleden, dan is het verschil enorm. In situaties als deze bereik je altijd een punt waarop je jezelf de vraag moet stellen of je nog gelooft in wat je aan het doen bent. Muziek maken heeft voor mij niks met geld te maken; het gaat over het vinden van innerlijke rust, vreugde en geluk en om het delen van die gevoelens met anderen. Als ik sterf zal ik een hoop materiële zaken moeten achterlaten, zelfs The Shrine waar ik zo aan gehecht ben kan ik niet meenemen, maar de kennis en ervaring die ik tijdens mijn leven vergaard heb wel, dus dat zijn dan ook de dingen waar ik naar streef. Mijn financiële situatie heeft me nog nooit weerhouden te doen wat ik graag wil doen."
In 1997 verloor op korte tijd zowel je vader als je zus. Je gevoelens over deze periode verwerkte je in de song 97. Is dat nummer moeilijker om live te brengen dan andere nummers uit je set?
Femi Kuti: "Dat gebeurt, ja. Op sommige dagen neemt het me echt terug mee in de tijd en dan durft de weemoed de kop wel eens opsteken. Dat gebeurt meestal als het tourschema vrij veeleisend is en ik heel moe ben. Dat soort situaties verlaagt mijn weerbaarheid, maar in normale omstandigheden heb ik met die song niet meer moeite als met mijn andere nummers."
Als we naar de ontstaansgeschiedenis van de afrobeat kijken zijn er twee namen die steeds opduiken: die van je vader, Fela Kuti en die van James Brown. Wie beïnvloedde wie volgens jou?
Femi Kuti: "Ik denk dat mijn vader James Brown altijd gezien heeft als een concurrent. De regering in Nigeria promootte de muziek van James Brown omdat zijn nummers niet politiek gekleurd waren zoals die van mijn vader. Verschillende van James Brown's muzikanten zijn in de jaren zeventig nog naar Lagos afgezakt om mijn vader aan het werk te zien. Ik heb al heel wat muziek geluisterd in mijn leven, maar de nummers van mijn vader steken er toch steeds weer bovenuit. Ik denk dat het is omdat ze een diepgang uitstralen. Als ik daarentegen naar de muziek van James Brown luister, hoor ik alleen maar iemand die mijn vader probeerde te kopiëren. Omgekeerd was dat absoluut niet het geval, daar ben ik zeker van. Als ik mijn vader wat ken, heeft hij bij het horen van James Brown's muziek gewoon zijn schouders opgehaald en zuchtend gezegd: 'Ach, dat doe ik toch gewoon beter!' (lacht)"
Femi Kuti: "Daar waren eigenlijk verschillende redenen voor. Ik heb tijd uitgetrokken om piano en trompet te leren spelen en ik wou absoluut ook wat tijd met mijn zoon doorbrengen. Daarnaast heb ik dan ook nog wat problemen met mijn vorige platenfirma gehad en dus moest ik op zoek naar een nieuwe om dit album te produceren. Tenslotte wilde ik ook vaker in Lagos zijn, zowel om politieke redenen als om The Shrine uit te baten."
Op het album staan twee tracks, Day By Day en Ask Yourself, met een boel religieuze verwijzingen. Ben je je bewuster gaan bezig houden met het spirituele?
Femi Kuti: "Niet echt, nee. Ik ben altijd al een spiritueel persoon geweest. Religieus wil ik het liever niet noemen, want voor mij staat religie gelijk met gehoorzaam en volgzaam zijn, terwijl spiritualiteit veeleer betekent in direct contact staan met de dingen waarin je gelooft. Met die nummers probeer ik gewoon vragen op te roepen, want als mensen zich vragen beginnen stellen kunnen de antwoorden soms verrassend zijn. Maar algemeen gezien denk ik niet dat Day By Day spiritueler is dan mijn vorig werk."
Je vorige album was een live-concert opgenomen in The Shrine (Fela Kuti richtte zijn eigen nachtclub op in Empire Hotel, eerst onder de naam Afro-Spot en later herdoopt tot Afrika Shrine. Nadat The Shrine en zijn commune vernietigd werden nam Fela zijn intrek in het Crossroads Hotel. Meer dan een miljoen wensen woonden Fela's begrafenis op de oude site van The Shrine bij. Ondertussen opened Fela's zoon Femi ter nagedachtenis aan zijn vader een nieuwe Africa Shrine in een ander deel van Lagos, red.). Voor iedereen die ook maar iets van afrobeat afweet is dat een bijna legendarische locatie, maar kan je voor diegenen die er toch nog niet van gehoord hebben eens even schetsen waar het in The Shrine allemaal om draait?
Femi Kuti: "The Shrine werd gebouwd ter nagedachtenis aan mijn vader (Fela Anikulapo Kuti, red.), die tijdens zijn leven nooit een eigen club heeft gehad. Mijn zus en ik vonden het een goed idee om zo zijn naam en muzikale erfenis levend te houden. De muren van de club hangen vol portretten van grote pan-Afrikaanse leiders als Malcolm X, Kwame Nkruma, Marcus Garvey, Thomas Sankara enzovoort. Vandaar ook de naam The Shrine (het heiligdom, red.).
Als zoon van de grondlegger en koning van de afrobeat, Fela Kuti, wordt je constant met hem vergeleken. Hoe ga je daarmee om?
Femi Kuti: "Ik snap dat soort opmerkingen of vragen niet goed. Ik hou enorm van mijn vader en ik zou hem nooit kunnen verloochenen. Natuurlijk hadden we meningsverschillen af en toe, maar ik heb hem altijd in mijn hart gedragen. Mijn zoon zal waarschijnlijk vroeg of laat met gelijkaardige vragen geconfronteerd worden. Het enige wat je daartegen kan doen is zorgen dat je uitblinkt in wat je doet. Toen mijn vader nog leefde heeft hij me meermals gezegd dat hij een deel was van waarmee ik bezig was en dat volstond voor mij. Mensen vergelijken nu eenmaal graag, daar is niks mis mee en vaak stoort het me zelfs niet eens meer."
Je speelt al afrobeat sinds je vijftiende, toen je in je vaders band begon te spelen. Heb je nooit overwogen om je eens aan een ander genre te wagen?
Femi Kuti: "Ik heb een tijdje jazz gespeeld. Ik maakte deel uit van een kwartet, maar al vrij snel begon men ons te vragen ook wat afrobeat te spelen. Het was gewoon goedkoper om ons als kwartet in te huren dan om mij met mijn hele band te boeken en algauw kwam ik met mijn afrobeat band nog nauwelijks aan de bak. Ik heb dan uit pure noodzaak maar de brui gegeven aan dat jazzkwartet en terug al mijn energie in mijn band gestoken. Voor de rest heb ik eigenlijk nooit echt bij een stijlwissel stilgestaan. Ik wist altijd al dat het een moeilijke weg ging worden en ik maak me geen illusies dat het nog gemakkelijker gaat worden."
De muziekindustrie beleeft nu al enkele jaren een recessie, vooral door de enorme daling van de verkoop van cd's. Afrobeat bands zijn berucht om hun omvang, maakt het dat niet extra lastig om nog te toeren?
Femi Kuti: "Het is zeker niet gemakkelijker geworden. Vliegen is een pak duurder geworden; Als je de situatie vandaag vergelijkt met die van pakweg tien jaar geleden, dan is het verschil enorm. In situaties als deze bereik je altijd een punt waarop je jezelf de vraag moet stellen of je nog gelooft in wat je aan het doen bent. Muziek maken heeft voor mij niks met geld te maken; het gaat over het vinden van innerlijke rust, vreugde en geluk en om het delen van die gevoelens met anderen. Als ik sterf zal ik een hoop materiële zaken moeten achterlaten, zelfs The Shrine waar ik zo aan gehecht ben kan ik niet meenemen, maar de kennis en ervaring die ik tijdens mijn leven vergaard heb wel, dus dat zijn dan ook de dingen waar ik naar streef. Mijn financiële situatie heeft me nog nooit weerhouden te doen wat ik graag wil doen."
In 1997 verloor op korte tijd zowel je vader als je zus. Je gevoelens over deze periode verwerkte je in de song 97. Is dat nummer moeilijker om live te brengen dan andere nummers uit je set?
Femi Kuti: "Dat gebeurt, ja. Op sommige dagen neemt het me echt terug mee in de tijd en dan durft de weemoed de kop wel eens opsteken. Dat gebeurt meestal als het tourschema vrij veeleisend is en ik heel moe ben. Dat soort situaties verlaagt mijn weerbaarheid, maar in normale omstandigheden heb ik met die song niet meer moeite als met mijn andere nummers."
Als we naar de ontstaansgeschiedenis van de afrobeat kijken zijn er twee namen die steeds opduiken: die van je vader, Fela Kuti en die van James Brown. Wie beïnvloedde wie volgens jou?
Femi Kuti: "Ik denk dat mijn vader James Brown altijd gezien heeft als een concurrent. De regering in Nigeria promootte de muziek van James Brown omdat zijn nummers niet politiek gekleurd waren zoals die van mijn vader. Verschillende van James Brown's muzikanten zijn in de jaren zeventig nog naar Lagos afgezakt om mijn vader aan het werk te zien. Ik heb al heel wat muziek geluisterd in mijn leven, maar de nummers van mijn vader steken er toch steeds weer bovenuit. Ik denk dat het is omdat ze een diepgang uitstralen. Als ik daarentegen naar de muziek van James Brown luister, hoor ik alleen maar iemand die mijn vader probeerde te kopiëren. Omgekeerd was dat absoluut niet het geval, daar ben ik zeker van. Als ik mijn vader wat ken, heeft hij bij het horen van James Brown's muziek gewoon zijn schouders opgehaald en zuchtend gezegd: 'Ach, dat doe ik toch gewoon beter!' (lacht)"