Interview met Orchestra Baobab in De Roma
Op 4 mei aanstaande presenteert Botanique in het kader van Les Nuits een heerlijke dubbelaffiche met Mulatu Astatke en het Senegalese Orchestra Baobab. Als opwarmertje alvast onderstaand interview met tenorsaxofonist Issa Cissokho voor hun concert vorig jaar in De Roma.Issa, bij Orchestra Baobab sta je bekend als een uitmuntend en wat excentrieke saxofonist. Is de sax het enige instrument dat je in je lange carrière gespeeld hebt?
Issa Cissokho (tenorsaxofoon): "Nee, ik ben ooit begonnen als percussionist. Ik speelde djembe en tama (talking drum, red.), en daarna heb ik nog tijdje Afrikaanse gitaar of ngoni gespeeld, en tenslotte ook nog wat kora, maar allemaal op mijn eigen manier zeg maar! (lacht)"
Je komt uit een Malinese griot-familie. De muziek die je met Orchestra Baobab speelt heeft echter weinig met de Malinese tradities te maken. Wat heb je overgehouden van je muzikale erfenis?
Issa Cissokho: "Laat ons zeggen dat het de reden is waarom ik de muziek in mijn bloed heb. Mijn grootvader was een begenadigd gitarist en mijn twee ouders waren ook allebei muzikanten. Geboren worden in een familie van griots is alsof je deel uitmaakt van een familiebedrijf. Voor mij is dat de essentie van griot zijn."
De naam van Orchestra Baobab is ontleend aan een gelijknamige club in Dakar.
Issa Cissokho: "Ja, dat klopt, maar van de baobab (ook wel apenbroodboom, red.) wordt ook gezegd dat hij nooit sterft, dus als naam voor onze band vonden we dat wel leuk."
Een van de albums van Orchestra Baobab kreeg Specialist In All Styles als titel, verwijzend naar het feit dat jullie zowat alle stijlen moeiteloos aankunnen. Wat zijn echter jouw grote muzikale voorbeelden als saxofonist?
Issa Cissokho: "Om op die vraag te antwoorden moet je weten dat ik eerst gitarist wilde worden. Het was met dat doel voor ogen dat ik naar de muziekafdeling van het Maison des jeunes in Dakar trok, maar daar hadden ze helemaal geen gitaren voorhanden enkel een selectie koperblazers, en zo ben ik dus bij de saxofoon terechtgekomen. Maar het was alsof ik geboren was voor dat instrument! In die tijd had je Dexter Johnson, een Nigeriaanse saxofonist, die onder andere bij de Star Band speelde, en hij werd mijn grote voorbeeld. Op een avond ging ik wat drinken in de Calypso, een club in Dakar waar Calypso Jazz de huisband was. Ik had niet genoeg geld om de hele avond aan de bar te kunnen blijven zitten en dus besloot ik maar om een stukje mee te blazen op mijn saxofoon. Tot mijn grote verbazing had ik onmiddellijk succes bij het publiek en zo ben ik dus uiteindelijk als vaste saxofonist bij Calypso Jazz terechtgekomen."
Het nieuwe album Tribute To Ndiouga Dieng is opgedragen aan Ndiouga Dieng, één van de originele vocalisten van de band die in 2006 overleed. Hoe herinner jij je hem
Issa Cissokho: "Ndiouga was vooral een genereus man en een echte muziekliefhebber. Hij kwam uit Bargny (een dorp op het schiereiland Cap-Vert op zowat dertig kilometer van de hoofdstad Dakar, red.) en was net zoals ik was hij een telg uit een familie van griots. Een van zijn bekendste nummers was Dée Moo Woor, dat hij schreef na de dood van zijn vader en zich laat vertalen als: "De dood vergeeft niet!". Hij was vooral bekend als vocalist, maar was ook een begenadigd percussionist."
Na de dood van Ndiouga haakten ook een aantal andere bandleden af.
Issa Cissokho: "Dat klopt. Rudy Gomis is zwaar ziek en dus hebben we met Mamadou Sarr iemand aan boord gehaald met een stem die wat aan die van Rudy doet denken. Dan is er onze gitarist Barthélemy Atisso die niet langer wilde meedoen en liever in Togo bleef. Hem hebben we vervangen door Rene Sowatche, een jonge Beniner. Tenslotte haakte ook ritmegitarist Latfi Benjeloun af en zijn plaats werd ingenomen door Yahya Fall. Toch denk ik niet dat die wissel van de wacht echt impact gehad heeft op de sound van de band. Enfin, dat hoop ik toch! (lacht)"
Issa Cissokho (tenorsaxofoon): "Nee, ik ben ooit begonnen als percussionist. Ik speelde djembe en tama (talking drum, red.), en daarna heb ik nog tijdje Afrikaanse gitaar of ngoni gespeeld, en tenslotte ook nog wat kora, maar allemaal op mijn eigen manier zeg maar! (lacht)"
Je komt uit een Malinese griot-familie. De muziek die je met Orchestra Baobab speelt heeft echter weinig met de Malinese tradities te maken. Wat heb je overgehouden van je muzikale erfenis?
Issa Cissokho: "Laat ons zeggen dat het de reden is waarom ik de muziek in mijn bloed heb. Mijn grootvader was een begenadigd gitarist en mijn twee ouders waren ook allebei muzikanten. Geboren worden in een familie van griots is alsof je deel uitmaakt van een familiebedrijf. Voor mij is dat de essentie van griot zijn."
De naam van Orchestra Baobab is ontleend aan een gelijknamige club in Dakar.
Issa Cissokho: "Ja, dat klopt, maar van de baobab (ook wel apenbroodboom, red.) wordt ook gezegd dat hij nooit sterft, dus als naam voor onze band vonden we dat wel leuk."
Een van de albums van Orchestra Baobab kreeg Specialist In All Styles als titel, verwijzend naar het feit dat jullie zowat alle stijlen moeiteloos aankunnen. Wat zijn echter jouw grote muzikale voorbeelden als saxofonist?
Issa Cissokho: "Om op die vraag te antwoorden moet je weten dat ik eerst gitarist wilde worden. Het was met dat doel voor ogen dat ik naar de muziekafdeling van het Maison des jeunes in Dakar trok, maar daar hadden ze helemaal geen gitaren voorhanden enkel een selectie koperblazers, en zo ben ik dus bij de saxofoon terechtgekomen. Maar het was alsof ik geboren was voor dat instrument! In die tijd had je Dexter Johnson, een Nigeriaanse saxofonist, die onder andere bij de Star Band speelde, en hij werd mijn grote voorbeeld. Op een avond ging ik wat drinken in de Calypso, een club in Dakar waar Calypso Jazz de huisband was. Ik had niet genoeg geld om de hele avond aan de bar te kunnen blijven zitten en dus besloot ik maar om een stukje mee te blazen op mijn saxofoon. Tot mijn grote verbazing had ik onmiddellijk succes bij het publiek en zo ben ik dus uiteindelijk als vaste saxofonist bij Calypso Jazz terechtgekomen."
Het nieuwe album Tribute To Ndiouga Dieng is opgedragen aan Ndiouga Dieng, één van de originele vocalisten van de band die in 2006 overleed. Hoe herinner jij je hem
Issa Cissokho: "Ndiouga was vooral een genereus man en een echte muziekliefhebber. Hij kwam uit Bargny (een dorp op het schiereiland Cap-Vert op zowat dertig kilometer van de hoofdstad Dakar, red.) en was net zoals ik was hij een telg uit een familie van griots. Een van zijn bekendste nummers was Dée Moo Woor, dat hij schreef na de dood van zijn vader en zich laat vertalen als: "De dood vergeeft niet!". Hij was vooral bekend als vocalist, maar was ook een begenadigd percussionist."
Na de dood van Ndiouga haakten ook een aantal andere bandleden af.
Issa Cissokho: "Dat klopt. Rudy Gomis is zwaar ziek en dus hebben we met Mamadou Sarr iemand aan boord gehaald met een stem die wat aan die van Rudy doet denken. Dan is er onze gitarist Barthélemy Atisso die niet langer wilde meedoen en liever in Togo bleef. Hem hebben we vervangen door Rene Sowatche, een jonge Beniner. Tenslotte haakte ook ritmegitarist Latfi Benjeloun af en zijn plaats werd ingenomen door Yahya Fall. Toch denk ik niet dat die wissel van de wacht echt impact gehad heeft op de sound van de band. Enfin, dat hoop ik toch! (lacht)"