JOLA - Hidden Gnawa Music In Brussels
Het is waarschijnlijk weinig geweten, maar de Belgische hoofdstad vormt de thuisbasis voor een veertigtal Marokkaanse gnawa-muzikanten die zich nu verenigden in het JOLA-project (het resultaat van het doctoraatswerk van musicologe Hélène Sechehaye in het kader van haar scriptie aan de Université Libre de Bruxelles en de Université Jean Monnet). In Marokkaans Arabisch staat jola voor "de ronde", een initiatierite in de tagnawit ("de weg van de Gnawa"), want hoewel elke leerling een opleiding bij een specifieke meester volgt, wordt zijn opleiding pas als voltooid beschouwd als hij alleen de ronde langs de Gnawa heeft afgelegd door van stad naar stad te reizen om er andere muzikanten te ontmoeten, andere technieken aan te leren, andere klankwerelden te ontdekken of andere manieren van denken. In de Brusselse context vertaalt zich dat in een samenkomst van jonge muzikanten met volleerde meesters, waarbij een accent uit Tanger zich vermengt met het dialect uit Fez of zelfs een "Maroxellois" gehoord kan worden (Mulay Brahim, Mulay Ahmad, beide nummers opgedragen aan Soefi-heiligen).De structuur van het album volgt die van een līla of "nacht", het nachtelijke ritueel van de Gnawa. Stap voor stap volgt de luisteraar de muzikanten op een spirituele inwijdingsreis, wiegend op de bezwerende tonen van de guembri en opgebouwd rond een repertoire dat in vier hoofdonderdelen verdeeld is, elk verbonden met een specifieke gebeurtenis: het offer of ḏbīḥa, de trommelprocessie of 'āda ('Arāda/The Invitation), de feestelijke dansen of frāǧa, en de trance of mlūk, het moment waarop de geesten zich meester maken van de lichamen van de deelnemers (Ftah Ar Rahba/The Opening, L Kūhal/The Black Ones, L Mūsāwiyīn/Companions Of Moses, L Hūmar/The Red Ones). Over de etymologische herkomst van het woord "gnawa" bestaat verdeeldheid: de ene bron beweert dat het een verbastering in van het Berberse ignawen, wat "doofstomme mensen", gegeven aan hun zwarte buurvolkeren die de Berberse taal niet spraken, maar elders vermoed men dan weer dat de term afgeleid is van het Berberse akal-n-iguinaouen, wat vertaald kan worden als "het land van de zwarten" (en zo ook aan de basis zou liggen van de benaming van West-Afrikaanse naties als Guinee of Ghana). Wat er ook van weze, wat wel vaststaat, is dat de Gnawa afstammelingen zijn van zwarte stammen die naar het noorden migreerden of zwarte slaven, iets wat op dit album mooi geïllustreerd wordt door opener Ulād Bāmbara (The Children Of The Bambara). We gaan hier niet nog dieper ingaan op de inhoud van de verschillende nummers op 'Hidden Gnawa Music In Brussels', maar de lijvige liner notes bij het album (alweer het werk van Hélène Sechehaye) vormen een ware schat aan informatie en dat zowel in het Nederlands, Frans, Engels als Arabisch. Zeer sterk stukje Belgo-Marokkaanse muziek-etnografie!
www.muziekpublique.be | www.xmd.nl