Tony Allen + Seun Kuti & Egypt 80 @ Théâtre National


Met Film of Live voegde Tony Allen, de drummer die in de jaren '70 samen met Fela Kuti de afrobeat leven in blies, op zijn 74ste nog een album aan zijn oeuvre toe. Een boeiende plaat, die muzikaal verder reikt dan enkel afrobeat en live misschien nog beter uit de verf kon komen. In tegenstelling tot zijn concerten in Het Depot (2006) en in het Zuiderpershuis (2009) had Tony Allen deze keer geen frontman of -vrouw meegebracht en had weinig intenties om die rol zelf te vervullen — op die enkele gemompelde thank you's na. De band bestond stuk voor stuk uit technisch straffe muzikanten, maar desondanks ontbrak het wat aan vuur en het had wat ons betreft een stuk heviger aan toe mogen gaan. Al moeten we er eerlijkheidshalve wel bij vermelden dat het nog steeds vrij indrukwekkend is om een man op pensioengerechtigde leeftijd schijnbaar moeiteloos de meest geraffineerde beats uit zijn mouwen te zien schudden.
Tijdens het tweede luik in de (overigens knappe) concertzaal van Théâtre National moest we minder lang op onze afrobeat honger zitten. Nadat de leden van Egypt 80 één voor één werden aangekondigd en het swingende Ohun Aiye te berde brachten, opende de jongste telg van Fela Kuti met V.I.P. (oftewel Vagabonds in Power) als eerbetoon aan zijn vader. En wat voor eerbetoon — met stip de strafste Fela cover door Seun ooit. Het leeuwenaandeel van de resterende set werd gevuld met materiaal uit zijn jongste langspeler A Long Way To The Beginning, waaronder het millitante I.M.F. (oftewel International Mother-F... inderdaad) aan een hels tempo of het eerder laid-back African Woman. Halverwege nam Seun ruimschoots de tijd om zijn strijdlustige boodschap toe te lichten. En zoals we dat van hem gewoon zijn werkte Seun Kuti zich ook deze keer serieus in het zweet en mag hij alweer een ongemeen intense set op zijn palmares schrijven. Afrobeat is very much alive — en dat kunnen we alleen maar toejuichen.